vrijdag 11 september 2015

TrompetDingetje


Nou dat is wel een dingetje hoor, dat van wat zij toen tegen hem zei. Dat van Rutte en Schippers over die medicijnen, ook wel een dingetje. En hoe heet-ie, jeweetwel, dingetje, wat had die ook al weer gedaan, een of ander niet zo heel cool dingetje. Ik moet wel toegeven, dat ik dat van die vluchtelingen bij de grens tussen Duitsland en Denemarken niet eens een dingetje, maar een behoorlijk ding vind. Daar had ik het met dingetje over en die zei dat dingetje Merkel daar ook wel een ding mee had. Wat heb je trouwens in je haar, een of ander groen dingetje, ben je net buiten geweest? Wacht het beweegt geloof ik, ieuw, daar heb ik wel een dingetje mee, met spinnen. Ik zag vorige week dingetje, van eeh, hoeheetdie, nou ja hoe dan ook, die heeft dus een dingetje met haar man, of wacht, nee natuurlijk niet, met de man van iemand anders, ja sorry ik vergis me er gebeuren ook zoveel dingen. Sommige dingen zijn echt zo erg, dat zijn echt dingetjes, dat hakt er bij mij wel in hoor, nou. Dingetjes met je kinderen ofzo, of met je gezondheid, man, dat zijn me de dingetjes wel. Kijk vroeger was ik heel anders, zo tegen de 50 krijg je toch meer dingetjes, of wat grotere dingetjes. Dan vind ik het echt een heel ding dat iemand je dan toch een lekker ding vindt. Ik ben trouwens wel blij met dat hele dingetje, vroeger noemden we dat smurfen. Is dingetje toch beter, het zou voor mij echt wel een dingetje zijn als iemand zei dat-ie er wel een smurfje mee had, met die evacuatie van het amc of dat die smeltende ijskap toch ook best een smurf is. Dan maar een dingetje, je hebt toch liever een dingetje in je haar - of waar dan ook - dan een smurfje? Zie me al naar de dokter gaan: dokter, het lijkt wel of ik hier een smurfje heb zitten, daar heb ik wel een beetje een smurfje mee, want je hoort zoveel dingen over smurfjes. Wat zegt u dokter, of ik in de war ben? Noujaaa zeg. Ze laten ook iedereen die ook maar een beetje een dingetje uit zijn hoofd kan leren, smurf worden.

zondag 30 augustus 2015

GenerationTrumpet. De 5 verschillen die we niet willen zien.

Als je tegen de 50 bent, denk je dat je tegen de 30 bent. Op zijn hoogst. Je brein heeft geen indeling in getallen, het is en blijft daarboven gewoon een frisse boel. Dat je haren vergrijzen, heeft helemaal niets met je gevoelsleeftijd te maken. Evenmin als de kreukeltjes, de kraakjes, de rolletjes en de vlekjes. Dat is alleen maar de buitenkant joh. Je bent namelijk zo jong, als je je voelt. Op zich zou ik dan zeggen: breek me de bek niet los, maar daar gaat het nu even niet over. Het gaat over jou, lieve lezer, die denkt dat 50 hetzelfde is als 30, of soms zelfs 15.


Om je een beetje op weg te helpen, heb ik de 5 belangrijkste verschillen tussen ‘tegen de 50’ en ‘15’ voor je op een rij gezet. Voor mezelf ook niet leuk, maar ja, zure appels he.

1. Telefoon.
De gemiddelde 15-jarige typt vrijwel altijd met 2 handen berichtjes in. Aantal aanslagen per minuut ligt al gauw op de 150. Iemand van 40+ zit meestal met 1 vinger te tikken. Aantal aanslagen per minuut rond de 50, waarvan dan ook nog de helft overnieuw moet, omdat je verkeerd zat te tikken.
2. Het woord telefoon.
Ben je 15, dan heb je het met droge ogen over je ‘telefoon’ ook al weet je niet eens wat dat hele woord betekent en bel je alleen als het echt niet anders kan, bijvoorbeeld om te vragen waar je gymspullen zijn. Ben je 30 jaar verder, dan zeg je nog rustig ‘mobieltje’. Mobieltje. Kweenie hoor.
3. Taal.
Ben je 15, dan heb je er totaal geen moeite mee om de helft van de tijd netflixengels en youtubeengels te praten. I don’t know. Als ik dat als 49- jarige doe, dan moet ik oppassen. Ik kan nu eenmaal niet tegen de buurman zeggen: yo, cool story, bro.

Trek je het nog, lieve lezer met misschien wel bijna een halve eeuw achter de kiezen?

4. Straf.
De gemiddelde 15-jarige weet nauwelijks wat straf is. Komt door de generatie die hen heeft opgevoed. Die doet namelijk aan beloning van goed gedrag. Lieverds, dat is een misvatting. Anders zouden we toch bakken met geld van de belastingdienst krijgen? Maar nee, wij gaan bij onze kinderen gewoon voor de beloning, want straffen is niet goed. Kan wat inzitten, maar als ik met een gangetje van 100 kmu door het rode dorpsstoplicht jakker, dan mag ik blij zijn dat ik er met alleen een boete vanaf kom. Gaat de politie echt niet met me in gesprek. De 15-jarige weet dat, die weet dat alleen belonen nergens op slaat, maar die zegt er niks van. Slimmerds. Gaat gewoon lekker tegen het gezag van de middelbare school in, want hey, wat nou straffen?
5. Idealen.
Toen ik in de jaren 80 een studie koos, ging ik voor een soort ideaal. Ik werd namelijk ziekenhuisdirecteur en man, jonge, wat zou dat een verademing zijn voor al die patienten. Dat ideaal verbleekte nog voor ik afstudeerde. Japans was een goede tweede, had wel iets meer van Ideaal. Heel even dan, want op stage in Tokio moest ik de prullenbakken van de mannen legen. Foetsie ideaal. Was wel een leuke studie trouwens.
De 15-jarige van nu kiest toch ietsje vaker voor Praktisch: kan ik daar geld mee verdienen, is het leuk genoeg en moet ik er veel voor lenen? Terwijl de juffen en meesters op de basisschool je als ouders steeds voorhielden, dat het veeeeel belangrijker is dat je kind het fijn heeft in de groep. Dat kind kiest nu misschien wel voor een studie die de baan met het grootste shoppotentieel oplevert.

Ps als je nog ‘lagere school’ zegt, dan weet ik het ook niet meer. Zelfde geldt voor geld: zeg je nog weleens kwartje of dubbeltje? Geeft niks hoor, als je voor een dubbeltje bent geboren, ben je toch nog altijd twee stuivers waard. Stuivers moeten er ook zijn.

Gelukkig zijn er ook vergelijkingen, waar je als 40+ goed afkomt. Ik kan ze zou gauw niet bedenken, maar als ik er een paar heb, dan meld ik me.



zondag 16 augustus 2015

Sanitairblok

 Je moet eens uitrekenen hoeveel water je als gezin wegspoelt. Per dag en dan vaak nog warm water ook. Liters en liters. Wie weet er wat zijn jaarlijkse waterverbruik is? Ik wel maar ik zeg het niet. Vervolgens moet je bijvoorbeeld die douche ook nog schoonmaken. Met water. Dat kost me toch een tijd! Douchen zelf kost ook veel tijd. Even een break-down: kleding pakken, droge handdoek zoeken, terug voor schone onderbroek, uitkleden, douchen, hehe lekker warm even bijkomen, even shampootje doen, conditioner hmm lekker, oja even wassen en dan nog heeeeel even afspoelen. Daarna afdrogen, insmeren (doe ik nooit, vind ik niks), aankleden, make-up eraf (ook niet aan de orde bij mij) en dan nog even tandenpoetsen. Je bent zo twee uur verder als iedereen ’s avonds gaat douchen.

En dan ben ik zelf een flitsdoucher. Niet iedereen is dat. Dan ontstaan Situaties, die iedereen kent die ook maar 1 badkamer heeft. En maar 2 wc’s. En een afwasmachine. Maar ik heb een plan. Geniaal eenvoudig. Ik heb het plan ontwikkeld tijdens een korte, onverwachte toegiftvakantie. Voor het eerst kamperend, met het gezin. Caravan stond al klaar, dat had een lieverd van een vriend geregeld. Daar zaten we dan ineens. Op een tuinstoel, naar de andere caravans en campers te kijken. Vroeger heb ik vaak, echt heel vaak gekampeerd, dus ik wist nog veel. Wat me opviel, is dat kampeerders elkaar niet meer gedag zeggen. Raar. En ze staan hun haar te fohnen in het toiletgebouw. Dat vind ik onkampeerderig.

Terug naar het plan. Tijdens de korte kampeervakantie ontdekten we de luxe van een muntjesmachine bij de douche. Bij de 5 douches. De eerste dagen hadden we 3 muntjes te verdelen onder ons vijven dus ik heb steeds warm gedoucht. Daarna hebben we muntenrollen gehaald bij de bank.

Ik hoef het plan denk ik niet uit te leggen. We hebben een vrij grote tuin, de gemeente zal vast niet moeilijk doen over een extra rioleringsbuisje en hey je hebt meteen een vakantiegevoel. Daarom mijn vraag: Wie heeft er een sanitairblok te koop? Liefst met 5 douches, 5 wc’s en een hahahaha afwas-unit. Alhoewel, 4 douches ook goed, want ik mag binnen douchen denk ik. Vraag het wel even aan de neuroloog, maar die zal het wel met me eens zijn.

Ps wel met muntenmachine.

zondag 26 juli 2015

VakantieToeter


Dit jaar weten we het zeker: volgend jaar nemen we de helft mee. Ik koop 5 tassen, niet te groot, en daar moet iedereen z’n eigen spullen in doen. Plus 1 tas voor Voer-voor-Onderweg en 1 tas met Onvoorzien. Okay, en 1 tas met opladers.

Je wist het eigenlijk al op de heenweg, toen je bij de tweede stop je autodeur niet meer kon openen zonder dat er een slipper, een zonnebril of een flesje water uitviel. Dat verklaart trouwens meteen die eenzame schoenen en slippers die je soms langs de weg ziet liggen. Volgend jaar is dat dus voorbij.

Onderweg doe ik wat onderzoek naar hoe andere mensen hun auto inpakken. Zit er een boodschappentas tegen het zijraam geperst? Hebben de kinderen achterin zo’n georganiseerd hangtasding om de voorstoel, zodat ze alles lekker bij de hand hebben? Ligt de moeder totaal uitgenokt tegen het raam te snurken met haar hoofd op een opgepropte trui en haar voeten op het dashboard (die had geen tijd meer om haar nagels te lakken, dat is wel duidelijk). En hoever zakt die auto wel niet dooooor joh! Die hebben vast voor 3 weken mayo, pindakaas en poederaardappelpuree bij zich.

Gisteren zagen we een gewassen auto, met gewassen mensen en gewassen mountainbikes. Op de terugweg he, de terugweg. Misschien was dat wel een showmodel met showmensen om de rijdende prullenbakken tot voorbeeld te dienen.

Je ziet alle varianten voorbij komen. Soms haal je ze drie keer in, dus dan kun je nog even wat checken. Vooral bij de nette varianten voel ik een soort van jaloezie. Die hadden natuurlijk alles al een dag van te voren ingepakt, lagen de avond voor vertrek lekker vroeg in bed en hoefden ’s ochtends niet nog de koelkast leeg te maken of de afwasmachine uit te ruimen. Of op te zoeken waar ze heen gingen. Ze komen ook voor sluitingstijd van de receptie aan op bestemming en hoeven niet met een zaklantaarn op zoek naar een sleutel, een huisje en een lichtknopje. Dat is maar goed ook, want die zaklantaarn hebben ze mooi niet bij zich. Evenmin als die 4 extra badhanddoeken, die cafetiere, laptop, karabijnhaken, waslijn, 6 boeken, medicijnen voor een jaar want je weet maar niet . Als die nette types een steentje door de autoruit krijgen, hebben ze dus ook never nooit een reserve-plastic-raam bij zich. Wij wel, want wij weten dat het nodig kan zijn. Die nette vakantiegangers hebben ook geen ductape, wifi versterker, victorinox zakmes, schroevendraaier, opwindbare (extra) zaklamp en waxinelichtjes met lucifers bij zich. Wij wel. Wij hebben nog net geen bloedplasma bij ons, maar het scheelt niet veel.

Eigenlijk zijn wij dus veel beter voorbereid. Eigenlijk is het dus niet verantwoord, dat die nette mensen gewoon zonder swiss army knife, laat staan reserveruit, op pad gaan. Je snapt niet, dat ze dat durven. Typische Hollandse netheid. Jaja. Ik noem het roekeloos gedrag. Vanaf nu ga ik naar ze toeteren, zakmes tussen de tanden, mijnlamp om m’n hoofd, dan snappen ze het denk ik wel.

Want je kunt er donder op zeggen, dat de mevrouw van het noodnummer van de ANWB of je reisverzekering in het vervolg vraagt: hoeveel functies heeft uw zakmes? 12? Ja, wat denk je zelf! Daar komen we niet voor, hoor. En die reserve-ruit, hoeveel laags is die? Enkel? Sorry, nette meneer, zorg eerst maar eens voor een fatsoenlijk setje karabijnhaken, wifi-routertje en een zakje plasma, dan praten we verder. Fijne dag nog hoor, en zo duur zijn die taxi's daar niet. En niet nog een keer bellen he, andere mensen hebben het harder nodig.

maandag 22 juni 2015

Toot like nobody’s business


First violinists must be able to anticipate every note a few bars in advance, and know the piece by heart, including that of the second violinists, because hey, you’ve got to keep your eyes on them. They also require a special bond with the conductor, if only because they sit so close (okay, they also happen to carry the lead melody or first voice). First and second violinists are a breed apart from the viola. Viola players tend to be a little more modest. Or the percussionist. Who calmly plods along to the rhythm of his timpani drum. Sure he knows the piece, but… you’ve either got it or you haven’t, guys. And if you’ve got it, you set the pace - a left turn here and you deftly switch to 8 beats per bar, a right, to 15. No Problemos, bring on the Shostakovich.

Then there are the cellists and those who play the double bass. They might not stand out from the rest of the orchestra, but boy, do you feel them. Even if they’re not exactly Yo-Yo Ma. The big string instruments, the undercurrent that firmly underpins everything else with their beautiful, resonant sound. Horn players - again, another breed entirely. They play with their lips puckered against copper, silver, gold or wood, and are thus closer to their instruments. You certainly won’t find the violinist with his bow clenched between his teeth, the conductor merrily sucking his thumb, or the percussionist with his drumsticks slung casually behind his ears. Which would be pretty impressive, by the way. But those horn players, they’re a different kettle of copper.

It’s strange really. When people think of a piece of music, they automatically think of the first violin. Me too. That is until you start to notice the little trumpet doing its thing. I don’t mean the official trumpet in the brass section, but rather another, more ordinary little trumpet. The one who hasn’t yet learned each piece by heart, is occasionally a little out of synch, perhaps looking at the wrong score completely, or worse still, scanning the hall once too often to check if so-and-so has arrived. Oops, sorry conductor, I just didn’t see you. It happens, you know. The little trumpet may have prepared, but not excessively. And that’s a good thing. To trust in your own ability, even if you haven’t the faintest idea how things will turn out. That sounds like courage, and I suppose it is. At least, courage accounts for fifty percent it. The rest is comprised of: I’ll-just-wait-and-see (10%), I-hope-that-the-others-have-rehearsed (10%) and...and then there’s that other 30%. Which is where the Trust comes in. Trust is something that you simply cannot buy, borrow, mimic… whatever. Only build.
How?
In trumpet speak – by tooting like nobody’s business.

Thank you, Scottish Trumpet, for tooting this one into English.

zondag 21 juni 2015

Gewoon toeteren met die handel

De eerste violen moeten wel: alle noten een paar maten van te voren zien aankomen, sowieso het stuk uit hun hoofd kennen inclusief dat van de tweede violen, want hey, die moet je in de gaten houden. Hebben ook een speciale band met de dirigent, al was het alleen maar omdat ze dichtbij zitten (okay, en de hoofdmelodie of eerste stem voeren). De eerste violen, ook de tweede, zijn echt van een ander slag dan de altviolen. Die zijn nou eenmaal wat bescheidener. Of de slagwerker dan. Die sjokt rustig ritmisch naar zijn pauken. Tuurlijk kent hij het stuk, maar slagwerk jongens, dat kun je of dat kun je niet. En als je het kunt, dan beheers je alle ritmes, je slaat met links rustig 8 tellen in de maat en met rechts 15. No problemos, kom maar op met je Shostakovich.

Dan cellisten en de mannen en vrouwen met de contrabas. Die vallen in een heel orkest als figuur niet op, maar man, wat voel je ze. Ook als het niet Yo-Yo-Ma is die speelt. De grote strijkers, die zijn de onderstroom, met hun prachtige klankkasten, die met zo’n klein pinnetje in een plankje vaststaan.
De blazers. Is weer heel ander volk. Die staan misschien wel dichter bij hun instrument. Ze zitten ten slotte met hun mond aan het koper, zilver, hout of goud. Een violist heeft zijn strijkstok niet in zijn mond, de dirigent staat ook niet op zijn duim te zuigen en de paukenist steekt zijn stokken ook niet achter zijn oor. Zou wel cool zijn, trouwens. Blazers, die zijn anders.

Gek eigenlijk, dat als je aan een muziekstuk denkt, je aan de eerste violen denkt. Ik ook. Totdat je weet dat er in veel orkesten ook een trompetje mee zit te blazen. Ik bedoel niet de officiele trompettist in de blazerssectie, maar een gewoon trompetje. Die heeft niet alle stukken uit haar hoofd geleerd, valt weleens te laat in, wat nogal erg is, zit weleens met de verkeerde partituur, wat nog veel erger is en kijkt soms per ongeluk net te vaak de zaal in om te zien of die-en-die er al zijn. Oops dirigent sorry ik zag je even niet. Dat gebeurt allemaal. Het trompetje heeft zich echt wel voorbereid, maar ook weer niet extreem. En dat is goed. Vertrouwen op wat je nog gaan kunnen, ook al heb je niet de first idea over hoe het allemaal precies moet. Dat klinkt dapper, is het ook. Voor de helft. De andere helft bestaat uit Ik-Zie-Wel (10%), Hopen-dat-de-rest-het-wel-heeft-ingestudeerd (10%) en .... dan heb je nog een leeg vakje over van 30%. Daar moet dat Vertrouwen in. Dat kun je niet kopen, niet lenen, niet namaken, niet niks. Alleen krijgen.
Hoe?
Op z’n trompets gezegd: gewoon toeteren met die handel.

zondag 14 juni 2015

Saturday's Trumpet


I still can’t quite work out where it went wrong with Saturday. For as long as I can remember, we THINK that Saturday is a gloriously empty day, even though we KNOW better. It’s the psychological trap of the Saturday fantasist. Those who think: great, Friday evening, time to chill out with a nice little drink on the sofa, before waking up on Saturday to a lovely, clean house, neatly folded washing and an even cleaner dishwasher. Saturday fantasists are dreamers, who every Saturday are forced to rediscover that there are such things as away game football matches, that the football shirts from last week’s clash are still stuffed into a plastic bag, and that the washing machine doesn’t exactly lead a life of its own.

Saturday fantasists dream of all the jobs that they’ll finally clear, on those long Saturday afternoons, after they return from that sports field somewhere at the other end of the country. And they stoically visit the DIY shop to buy pallet wood for trendy garden furniture. How hard can it be, a few boards, a little bit of sawing, sanding, drilling and you’re done. Slightly less stoically they unpack everything at home only to find that the garage is still crammed with old paper and, oh yeah, the bike has a flat tire. Right, pop those planks in the shed for a moment and then crack on. But first, the shopping – being a Saturday fantasist is thirsty work. By 19:00h on a Saturday though, everyone else has already been to the supermarket – and got the fresh bread, while you have to resort to the bake off at home variety. Ah, never mind. Back home our Saturday fantasist is completely knackered from their overly hectic Saturday, collapses into a heap on the sofa and decides: I’ll tackle that neat little garden set tomorrow.

Poor fantasist. Because apparently, APPARENTLY, no one thought to tell the Saturday fantasist that it’s a psychological trap. The ‘weekday thinkers’ know this only too well. They also happen to know that Saturday contains less hours than an ordinary weekday. Which hardly anyone else does, by the way. Except for weekday thinkers who have a list of jobs that need to be completed before Saturday. They have plenty of time to enjoy a coffee and read the newspaper on Saturday. Three newspapers. And to play sports. All before 11: 00h.

But this still leaves Sunday. Which I declare to be a paradise day. So that both the Saturday fantasists and the weekday thinkers can recuperate. Because before you blink an eye, it's Saturday again. Phew, glad next Saturday is still a week from now.

EN version: team effort with Lesley Gunn

zaterdag 13 juni 2015

ZaterdagTrompetje


Nog altijd weet ik niet waar het fout is gegaan met de zaterdag. Zolang ik me kan herinneren, DENKEN we dat zaterdag een verrukkelijk lege dag is en precies even lang WEET ik dat het anders is. Het is de psychologische valkuil van de zaterdagfantasten. Die denken: lekker, vrijdagavond beetje hangen, wat drinken, desnoods op de bank en dan zaterdag wakker worden in een opgeruimd huis met opgevouwen was en een uitgeruimde afwasmachine. De zaterdagfantasten zijn dromers, die elke zaterdag opnieuw moeten ontdekken dat er voetbal bestaat met uitwedstrijden, dat de wedstrijdshirtjes nog in de plastic zak van vorige week zitten en dat de wasmachine nog altijd geen eigen leven leidt.


Zaterdagfantasten dromen van alle klussen die ze weleens even zullen gaan klaren, zo op die lange zaterdagmiddag als ze terugkomen van een sportveld ergens in een andere provincie. En dapper gaan ze naar de kluswinkel om even wat steigerhout te halen voor een hip setje. Hoe moeilijk kan het zijn, paar planken, zagen, schuren, boren klaar. Halfdapper pakken ze thuis alles uit, zien dat de garage nog vol staat met oud papier en oja die fiets heeft een lekke band. Nou ja mikken we die planken wel even in de schuur, ga er toch zo mee verder. Eerst even boodschappen doen, de zaterdagfantast heeft dorst. En komt er op zaterdagavond om 19:00u in de supermarkt achter dat andere mensen waarschijnlijk wel met vers brood naar huis zijn gegaan. Ahjoh oppiep is ook lekker. En bekaf van een overvolle zaterdag zijgt de zaterdagfantast ineen op de bank. Morgen doen we die planken wel.

Dat is sneu. Want blijkbaar, BLIJKBAAR, heeft niemand de zaterdagfantast verteld dat het een psychologische valkuil is. De weekdenkers weten dat wel. Die weten ook dat zaterdag minder uren heeft dan een doordeweeksedag. Dat weet trouwens sowieso bijna niemand. De weekdenker wel, die heeft een lijstje met dingen die moeten, voordat het zaterdag is. Die heeft zaterdag tijd om koffie te drinken en de krant te lezen. Drie kranten. En te sporten. Voor 11:00u.

Blijft zondag over. Daar maken we de paradijsdag van. Kunnen de zaterdagfantasten en de weekdenkers even bijkomen. Want voor je het weet is het weer zaterdag. Gelukkig duurt dat nog een hele week.

dinsdag 9 juni 2015

Groep 8 afscheidslied 2013 Van der BrugghenSchool

Afscheidslied van de ouders van Groep 8
Van der BrugghenSchool Huizen, 2013
Melodie: Greased Lightning
Songwriting: Mariette Robijn

Couplet 1
Hey schatjes van groep 8 – de tornado’s van de school
tornado’s - yes tornado’s
Donderjagen kletsen ---  een heel klein beetje werk
oh hoe kan dat nou - oh hoe kan dat nouhou?
Goeie juffies voor de klas – onze kanjers geven gas
Slimmerds allemaal – ieder heeft een goed verhaal
Dit is groep- 8-8

Refrein 1
Go Groep 8 – jullie gaan er nu vandoor
Vandoor – oh vandoor
Go Groep 8 – je mag nu niet meer bij de juf op schoot
Op schoot – niet op schoot
Groep 8 is chill, groep 8 is cool, gaat er vandoor door

Couplet 2
Toen jullie kleuters waren – in dat oude schoolgebouw
Hey Kleuter – hey jij kleuter
Spookbos paardje rijden en naar Oud Valkeveen
en Trompstraat oohooh Trompstraat
Nieuwe school vind ik wel fijn – met een circus op het plein
Een snoepsleutel erbij –  de nieuwe school is nu van mij
Dit is Groep- 2 2

Refrein 2
Ruben Sanne Roy – Michael Stephan Sam Esmee Esmee
Mooie jongens mooie meiden
Sem Milo Bram Chris Kevin Sieb en Anthonie
 k vergeet je nie oh never nie
Groep 8 is chill – groep 8 is cool – gaat er vandoor door

Couplet 3
Onze kleuters worden groot - leren lezen in groep 3
Letterdoosje crisisdoosje
Eindelijk op schoolreis speeeltuin here we come
Potje vehet potje vehet
Jongens meiden in 1 klas – ja nu weten we het pas
De donderstenen zijn er klaar voor – maar de school nog niet
Dit is Groep- 3 3

Refrein 3
Merlijn Lisa Gianna Karlijn Mischa Julia en Liz
Mooie meiden mooie meiden
Tijs Yannick Olivier Christiaan en Tobias
jongensklas jongensklas
Groep 8 is chill – groep 8 is cool – gaat er vandoor door

Couplet 4
Tornado’s gaan ervoor-  zitten rustig  in groep 4
Naar Drievliet – yes naar Drievliet
Niemand in de achtbaan - we zijn nog veel te klein
Te klei-hein - behalve dan Merlijn
Met een disco in de zaal – gaat groep 4 flink aan de haal
En suffe topo hou maar op heb nu iets anders aan m’n kop –
Groep- 4 4

Refrein 4
Go Groep 8 – samen hebben we veel gedaan
Naut Brandaan Naut Brandaan
Go Groep 8 – de basisschool is nu voorbij
De finish - de finish
Wat weet je veel – oh heftig veel – je bent er klaar voor

Couplet 5
Wat moet ik nu in 5, want we zijn in tweeen gehakt
Twee stukken – in twee stukken
Samen wel op schoolreis en samen op het plein
A en B de groep in twee-hee
In groep 6 zijn we weer 1 – met z’n allen is het goed
Slagbal op het veld - juf van Dam is onze held
Dit is Groep- 6-6

Refrein 5
Go Groep 8 – zonder jullie is de school zo stil
Zo stil ozo stil
Go Groep 8 – de middelbare wacht op jou
Oh stressen al die lessen
Ga nou niet weg – dat is niet chill – het wordt zo stil stil

Couplet 6
We gaan samen naar groep 7 – het puber le-heeven
Voor Anker – duurt maar even
Marieke is een kanjer – de groep gaat supercool
zo coohool supercoohool
In de bus naar Ouwehands  – natte kleren in de bus
We komen op TV want we zijn bij BZT
Dit is Groep-7

Refrein 6
Go Groep 8 – het team is eenzaam zonder jou
Zonder jou zonder jou
Go Groep 8 – Van der Brugghen verveelt zich suf
Verveelt zich – verveelt zich
Dag kanjerpet - preek of gesprek – het is zo stil stil

Couplet 7
Go Groep 8 – Van der Smurffhen smurft het wel
Azrael –Gargamel
Go Groep 8 – de smurfen zijn gesmurfd
Gesmurfd oh vet gesmurfd
Van der Smurffhen is voorbij – smurf ze allemaal goodbye
We smurfen wel van smurfen – maar we smurfen al zo lang
Dit is Groep 8

Couplet 8
Onze kleine kleuters zijn nu de oudjes van de school
De oudjes– ooh de oudjes
Cito Schoolkamp Tom – en een supermusical
mu-si-cal oh mu-si-cal
8 jaar school is nu voorbij – lekker heel veel weken vrij
Ik zie je – doeidoei ciao - ook al hou ik wel van jou
Goodbye Groep 8 8

Groep 8, 2012 Van der BrugghenSchool

Het is de tijd van het jaar, groepen 8 die afscheid nemen.
Brengt je terug bij 2012.
Voor de Van der BrugghenSchool in Huizen was 2012 het een intens droevig jaar.

Afscheidslied Groep 8, Van der BrugghenSchool, Huizen, 2012.
It’s fine to stay at the VeeDeeBeeEs
Melodie: YMCA
Tekst: Mariette Robijn

Couplet 1
Kleuter, pak je jas en je tas
Ik zeg, kleuter, je mag nu echt naar de klas
Ik zeg, kleuter, je bent de kleinste op school
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 2
Kaylee, Rianne, Eva, Laura
Ik zeg, plakken, knippen knutselen maar
Ik zeg poppen, jurkjes staart in je haar
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 3
Joeri, Arian, Jessica
Ik zeg, juffies: Trudy en Yolanda
Ik zeg, zandbak, bij dat oude gebouw
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 4
Jasmine, Melissa, Fay, Christian
Ik zeg, Trompstraat, ja wat krijgen we nou
Ik zeg, fietsen, anders red je het niet
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Refrein
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes

Couplet 5
Iris, Alex, Rugter, Danique
Ik zeg, juffies: Leonie, Annemiek
Ik zeg, sprookje, Doornroosje op school
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 6
Jelle, Rosalie en Loran
Ik zeg, juffies: Gerda Rita tataa
Ik zeg, lezen, want je zit in groep 3
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 7
Jasper, Amber, Quinn en Nanouk
Ik zeg schoolreis, voor de ee-heerste keer
Ik zeg snoepen, Beekse Bergen en meer
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 8
Kanjers, we krijgen een nieuw gebouw
Ik zeg, netjes, is precies wat ik wou
Ik zeg, schoolplein, wel een tikkeltje saai
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 9
Kanjers, allemaal naar groep 4
Ik zeg juffies, Leonie, Anneloes
Ik zeg, tafels: rekenen leer je hier
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 10
Schoolreis, jammer niet in groep 4
Ik zeg balen, waarom zit ik dan hier
Ik zeg thema, bij de groe-hoenteboer
Je zit op de VeeDeeBeeEs

REFREIN
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes

Couplet 11
Kanjers, samen op naar groep 5
Ik zeg juffies, Anneloes en Jeanette
Ik zeg juffies, met diplomaatje fries
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 12
Kanjers, we knallen door naar groep 6
Ik zeg juffie – ja natuurlijk Van Dam
Ik zeg Quinten, Leanne en Josefien
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 13
Opa’s, jullie rust is voorbij
Hey Voor Anker, je krijgt groep 7 erbij
Ik zeg juffies, Corien Petra Susan
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Couplet 14
Welkom, weer twee kanjers erbij
Ik zeg Noa, en natuurlijk Danique
Ik zeg kletsen, straks ook nog met Simay
Je zit op de VeeDeeBeeEs

Refrein
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes
  
Couplet 15
Samen, gaan we door naar groep 8
We zijn Samen, we weten niet wat ons wacht
We zijn Samen, met Danique en Danique
We zijn samen, nooit meer samen

Couplet 16
Meiden, jullie horen bij ons
Ik zeg Meiden, samen door het verdriet
Ik zeg Meiden, we weten niet hoe het moet
We zijn samen, nooit meer samen

Couplet 17
Kanjers, samen zijn jullie sterk
Ik zeg Cito, komop we gaan aan het werk
Ik zeg juffies, samen gaan we ervoor
We gaan samen, samen verder

Couplet 18
Leusden, ooo ze komen eraan
Ik zeg, dekking, dit is VeeDeeBeeEs
Ik zeg, juffie: mag ik niet met de bus?
Je bent eindelijk op Schoolkamp!

Couplet 19
Tentje, slaapzak, snoep en een zeef
Ik zeg juffies: is die nasi wel goed?
Ik zeg zwemmen, mag ik ook op je rug?
Je bent eindelijk op Schoolkamp!

Refrein
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes

Couplet 20
Kanjers, jullie gaan nu van school
Ik zeg: toekomst, samen gaan we het doen
Ik zeg, delen: tranen vriendschap en troost
Jullie zijn de VeeDeeBeeEs

Couplet 21
Kanjers, jullie zijn straks weer klein
Ik zeg kluisje, huiswerk wiskunde frans
Ik zeg ga maar! Laat ze zien wat je kunt!
Je bent VeeDeeBeeEs Kanjer!

Refrein x2
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes

It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
It’s fun to stay at the VeeDeeBeeEs
Alles wat je vergeet – alles wat je nog weet!
VeeDee VeeDee VeeDeeBeEhes

dinsdag 2 juni 2015

tromPet

Het is 2 klm fietsen naar kantoor en dat doe ik dagelijks. Een paar keer heen en weer. Soms zit je ineens in een soort zwerm van scholieren, die met zijn 2-en op 1 fiets totaal relaxed met zijn 4-en naast elkaar lekker sloom naar de supermarkt fietsen voor een saucijzenbroodje. Of je rijdt bijna een ouder iemand aan, die zijn hele leven lang al heeft opgelet in het verkeer en daar nu wel klaar mee is, met dat opletten. Het marktplein is tricky, met zowel scholieren als ouderen als klein grut onder de 6. Maakt niet uit, want daar ging het helemaal niet om.

Waar het wel om gaat, is dat ik elke dag, echt elleke dag, minstens 3 mannen met een pet, een baard en soms zelfs allebei zie. En dat zijn dan geen jonge mannen met krullen en een baard en een ab-so-luut nonchalante pet, maar mannen in alle kleuren en maten van rond de 60. Wie zijn dat toch en waarom die pet en heaven forbid ook een baard? Willen ze niet dat iemand ze ziet? Of is het hun persoonlijke comeback omdat ze vroeger op school geen pet op mochten en ze in de jaren 60 en 70 nog net geen baard konden laten staan? We hebben allemaal het bericht gelezen dat een gemiddelde baard viezer is dan een wc-bril. Ik geloof dat. Die mannen weten dat misschien niet, hun vrouwen vast ook niet, anders zou je toch zeker 's nachts wel op z'n simson's korte metten maken met die baard?

Als we die baard even laten zitten. kan ik me concentreren op die pet. Opgezocht in dat lekkere dikke woordenboek. Naaajaaa ze weten niet eens waar het woord pet vandaan komt. Ik weet wel dat mannen die iets machtigs willen uitstralen, de politie of een militair, altijd een vorm van pet op hebben. Kabouters zijn ook hoofddekseldragers en eerlijk gezegd, vind ik die ook iets authoritairs hebben. Of je religie schrijft het voor, kan ook. Wat dan weer niets te maken heeft met een koningskroon. Of met antroposofische kinderen, sommige dan, die de eerste levensjaren een paars mutsje dragen. Beschermt ze tegen invloeden uit de kosmos, so they say.

Maar wat het is met die fietsende mannen met een pet? Aah joh, die heten gewoon allemaal Jan. Zonder Klaassen, want die was Trompetter in het leger van de Prins.


Jan Klaasen was trompetter in het leger van de Prins 
Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel 
Hij had geen geld en hij was geen held en hij hield niet van het krijgsgeweld 
Maar trompetter was hij wel in hart en ziel 

maandag 1 juni 2015

Little Blue Trumpet (EN)

I never used to grasp how people who spoke a different language actually understood each other. So strange! Why did they communicatie so complicated, with such a funny accent. You know what I also thought? That in their minds they really ‘think’ in Dutch. They must do. A sort of built-in google translate. I too wanted to speak such a secret language. To a certain degree, I succeeded. But once you start to speak a foreign language, you soon forget what it’s like not to. And you no longer find it quite so remarkable to converse in that previously strange tongue.

When someone else is good at something, regardless of what it is, I think that is remarkable. HOW do they do that? I genuinely admire their ability. For you know all too well that no one gets handed a little pile of ‘cleverness’ at birth. Nobody becomes a professional painter, pastry chef, translator, teacher or mother overnight. Not without first falling incredibly hard, and then bravely getting back
up. That’s why most of us would never choose to swap another’s success or disappointment for our own. Because you wouldn’t fancy that painstaking process of falling down and picking yourself back up again. Irrespective of what comes next.

If you’re good at something yourself though, you tend to think it unremarkable. You forget those preceding 20,000 hours spent copywriting, or those 400 sermons, 6,000 baby bottles, 10,000 folded pairs of socks, 5000 nights of singing your heart out in small-time venues until you were able to perform in front of royalty, or those 100,000 children’s jabs you gave before qualifying as a doctor of tropical diseases. Even those 100 'immedressies' could only ever have been written thanks to what you did before, no matter how quickly they emerged.

Enter the Little Blue Trumpet.
For all that I've been able to, can or will achieve, I’ve bought a trumpet. A mini-trumpet in a mini-suitcase. I painted that trumpet in my favourite colour blue and hung her carefully up to dry. Now she’s ready for her debut. Why a Little Blue Trumpet? Or indeed a trumpet? Because it evokes that beautiful Anglo-Saxon expression, to blow your own trumpet – to be happy with what you have been able to, can or will achieve. That’s precisely what the Little Blue Trumpet is for. For when you make others happy, cause them to smile, move them, or simply get them thinking. And vice versa.

The Little Blue Trumpet passed my word test with flying colours: the sound is good, the letters match in terms of form and order, and it rolls nicely off the tongue - Little Blue Trumpet. I only noticed the similarity in sound order with immejurkie as I started to write.

The Little Blue Trumpet - I know where she came from. Now I’m merely waiting for the surprises her toot will surely herald. In her own inimitable, trumpetuppy little way. As we know her.



zondag 31 mei 2015

Little Blue Trumpet

Vroeger snapte ik niet dat mensen die een andere taal spraken, elkaar verstonden. Ik vond dat zo gek. Ze deden vast net alsof, zo ingewikkeld praten met zo’n gekke tongval. Ik weet ineens wat ik dan ook dacht: "in hun hoofd denken ze gewoon in het Nederlands, dat kan niet anders." Ik wou dat ook kunnen, zo’n geheimtaal spreken. Dat is een beetje gelukt met een paar talen. Als je ze eenmaal een beetje spreekt, ben je vergeten hoe het was toen je ze nog niet sprak. En dan vind je het normaal om die gekke taal te spreken.

Als iemand anders iets kan, wat dan ook, dan vind ik dat meestal helemaal niet gewoon. HOE kunnen ze dat nou kunnen? Ik kan iemand’s vaardigheden echt bewonderen. Je weet dat niemand zomaar een stapeltje knappigheden heeft meegekregen bij zijn geboorte. Dat niemand zich in 1 dag tot professioneel schilder, patissier, vertaler, docent, moeder heeft ontwikkeld. En dat niemand dat zonder ongelofelijk hard vallen en dapper opstaan heeft gedaan. Daarom wil bijna niemand met iemand anders’ succes of teleurstelling ruilen, omdat je geen zin hebt in dat voortraject van vallen en opstaan. Nog afgezien van wat er daarna komt.  

Als je zelf iets kunt, vind je dat meestal wel gewoon. Dan vergeet je je voortraject van 20.000 uur copywriting of 400 preken of 6000 babyflesjes of 10.000 sokken opvouwen of 5000 avonden in zaaltjes staan voordat je voor de koning mag zingen of 100.000 kinderprikjes geven voordat je tropenarts bent. Ook die 100 immejurkies, hoe snel ze ook tevoorschijn kwamen, je kunt ze pas schrijven als alles al is gebeurd.

Enter The Little Blue Trumpet.

Voor alles wat ik heb gekund, kan, of nog ga kunnen, heb ik een trompet gekocht. Een mini-trompet in een mini-koffer. Heb de trompet in mijn lievelingskleur blauw gespoten en haar voorzichtig te drogen gehangen. Nu is ze klaar voor gebruik. 

Waarom een Little Blue Trumpet, waarom sowieso een trumpet?  Omdat er prachtige angelsaksische uitdrukking bij hoort. Blowing your own trumpet, gelukkig zijn met wat je hebt gekund, nu kunt en nog gaat kunnen. Daar is de Little Blue Trumpet voor. Voor waar je iemand anders blij mee maakt, een glimlach mee bezorgt, ontroert, helpt of mee aan het denken zet. En andersom.

The Little Blue Trumpet is met glans geslaagd voor mijn woordtest: de klank is mooi, de letters passen goed bij elkaar qua vorm en volgorde en het zegt lekker, Little Blue Trumpet. Terwijl ik dit schrijf, zie ik pas de overeenkomst in klankvolgorde met immejurkie.

The Little Blue Trumpet Ik weet van waar ze is gekomen. Ik wacht op de verrassinkjes die ze uit het toeterbord tevoorschijn laat komen. In d'r trumpetuppie. Zoals we haar kennen.